|
|
Onderzoek heeft
aangetoond dat kinderen die een huisdier hebben, zich
beter ontwikkelen omdat ze met het dier een emotionele
band aan kunnen gaan. Tegenover dit 'pleidooi' voor het
aanschaffen van een hond staat echter een groot aantal
kinderen dat door een hond (heel vaak de eigen hond!)
dusdanig gebeten wordt, dat behandeling door een arts
noodzakelijk is. |
|
|
Voor een hond is het
belangrijk zijn plaats te weten binnen het gezin. Het gezin
vormt als het ware de 'roedel' waarbinnen de hond leeft. In
een roedel heerst een duidelijke hiërarchie, waarbij de leden
van de roedel hun plaats bepalen ten opzichte van de andere
roedelgenoten. Om zijn plaats te weten binnen het gezin waarin
de hond leeft, moet de hond weten welke gezinsleden boven hem
staan en welke onder hem staan. Van een gezinslid dat door de
hond wordt beschouwd als ranghoger, zal de hond veel meer
accepteren dan van een gezinslid dat ranglager is. Dit is
vanuit de hond bekeken heel natuurlijk; om als groep te kunnen
samenwerken om zo te kunnen overleven, is het belangrijk dat
een ieders rol binnen de groep duidelijk is en dat een ieder
zich houdt aan de natuurlijke regels die horen bij die rol.
Een hond ziet een kind
niet zoals hij een volwassene ziet: kinderen tot circa 10 jaar
zullen door een hond zelden als ranghoger worden erkend. Een
precieze leeftijdsgrens is niet te geven omdat dit zowel
afhangt van het karakter van de hond als van het gedrag van
het kind , als van het gedrag van de volwassenen.
Eén van de rechten die
volgens de natuur van de hond hoort bij het ranghoger zijn, is
dat je het recht hebt om een ranglagere te corrigeren wanneer
deze zich niet houdt aan de regels die horen bij de rol van de
ranglagere. In de ogen van de hond is het bijvoorbeeld
volstrekt "ongepast" wanneer een ranglagere dominante gebaren
maakt naar een ranghogere. Dominante gebaren zijn onder andere
alle gebaren van bovenaf: over de hond heen hangen, over zijn
kop en/of rug aaien, omhelzen en dergelijke. Ook ongepast is
het wanneer een ranglagere een prooi, zoals het eten een
balletje of een botje van de ranghogere zou willen afpakken.
Gelukkig is het niet zo
dat iedere hond elk kind dat een dominant gebaar maakt of een
speeltje van de hond afpakt het kind zal corrigeren met een
beet. Er zijn heel veel honden die een sterke vriendschap
hebben met een kind en op basis van die vriendschap heel veel
accepteren. Maar in het kader van de veiligheid is het heel
verstandig ervan uit te gaan dat de hond het kind niet als
ranghoger erkent en dat de hond dus het voor hem natuurlijke
recht heeft het kind te corrigeren indien de hond dit nodig
vindt.
Bijtincidenten kunnen
zich ook voordoen als gevolg van angst / onzekerheid van de
hond. Zeker honden die als jonge pup niet of nauwelijks met
kleine kinderen hebben kennisgemaakt, zien kinderen vaak als
enge wezentjes. In de ogen van een hond is een klein kind
misschien wel een andere soort dan de mens, immers de
bewegingen, de geluiden en het uiterlijk zijn heel
verschillend. Jonge kinderen doen daarbij vaak precies die
dingen die honden snel als bedreigend zien: hard lopen met
kleine wiebelpasjes, met de handjes wapperen, hoge geluidjes
maken,
hard huilen en dergelijke.
Wat kinderen wel en wat
kinderen zeker NIET met een hond mogen doen.
een hond beschouwt een
kind niet als zijn baas, maar hooguit als een gelijke. Daarom
accepteert een hond bepaalde dingen wel van een volwassene,
maar niet van kinderen.
Zijn reactie daarop kan
zijn dat hij van zich afbijt.
Kinderen kunnen niet de
verantwoordelijkheid over een hond dragen. Dat betekent dat
kinderen over het algemeen niet zonder volwassene met een hond
kunnen gaan wandelen, en niet zonder risico's met een hond
alleen kunnen worden gelaten.
Kinderen mogen een hond
niet storen, terwijl hij eet/drinkt en wanneer hij slaapt.
Kinderen mogen de hond alleen commando's geven onder toezicht
van een volwassene. Kinderen mogen (in het bijzijn van een
volwassene) wel zoek- en apporteerspelletjes, maar geen trek-
of andere machtsspelletjes met de hond doen. Kinderen mogen
niet rennen of gillen in nabijheid van een hond. Ook moeten ze
hun handen laag houden. Anders kan het zijn dat de hond juist
naar hen toekomt en tegen hen opspringt, denkend dat de
kinderen willen spelen. Kinderen mogen een aangelijnde hond
alleen dan aaien, wanneer ze toestemming hebben gevraagd,
éérst aan de volwassene die het kind begeleidt, dán aan de
eigenaar van de hond en dán aan de hond zelf. Ze mogen de hond
alleen onder zijn oor kriebelen of aan de zijkanten aaien,
richting staart. Een niet-aangelijnde hond mogen ze aaien,
wanneer ze eerst toestemming hebben, zoals bij de aangelijnde
hond, en dan alleen wanneer de hond uit zichzelf naar het kind
toekomt. Een kind dat er geen behoefte aan heeft om een hond
te aaien, kan een hond het beste negeren. De hond zal zijn
belangstelling voor het kind dan vlug laten varen. Elke
reactie op zijn aanwezigheid moedigt de hond alleen maar aan
om naar het kind toe te gaan.
Voorbereiding voor en
tijdens de zwangerschap
De meest ideale
voorbereiding op de komende gezinsuitbreiding is, om er voor
te zorgen dat men van pup af aan een hond goed opvoedt. Indien
er toch gedragsproblemen met de hond zijn, kunnen deze het
best opgelost worden voordat het gezin wegens
zwangerschapsperikelen niet meer aan heropvoeden toekomt Begin
tijdens de zwangerschap liever niet aan een pup. De opvoeding
vereist tijd, energie en aandacht. Bovendien moet uw hond goed
opgevoed zijn als de baby geboren wordt Laat de hond vooraf
zoveel mogelijk kennis maken met verschillende kleine kinderen
en baby's, zodat hij o.a. aan kindergeluiden kan wennen. Neem
hem bijv. mee naar vrienden met kleine kinderen, loop eens
langs de school etc. Geef de hond een eigen veilige plaats in
huis en leer hem op commando naar de plaats te gaan. Geef de
hond niet meer privileges dan hij voor de zwangerschap had.Het
verdient de voorkeur de babykamer al bij voorbaat verboden
terrein te verklaren voor de hond. Het is erg lastig om een
baby te verzorgen en gelijktijdig consequent tegenover de hond
te blijven. Laat de hond kennismaken met het laten snuffelen
aan nieuwe speeltjes, kleertjes, de box etc. Leer de hond
naast de kinderwagen te lopen. U kunt dit oefenen met de
kinderwagen, maar ook met een winkelwagentje. Laat kinderen,
die uw hond kennen, hem een brokje of koekje geven. Zorg dat
uw hond daarbij zit en voorkom dat hij opspringt. Er zijn
honden, die hun 'zwangere vrouwtje' beschermen. Moedig dit
gedrag niet aan en lach er niet om. Introduceer flexibele
tijden, ook al bent u gewend alles op vaste momenten te doen.
Is er straks een baby, dan komt er vaak niet veel van "iets
doen op 'n vast tijdstip". Laat uw hond bijv. uit op
wisselende tijden. Instrueer familie en vrienden dat het erg
belangrijk is dat zij de hond op dezelfde manier blijven
behandelen als voor de bevalling. Dus het bezoek dient eerst
de hond te begroeten en daarna pas de aandacht op moeder en
kind te richten. Maak van tevoren afspraken wie er op de hond
past tijdens een eventuele ziekenhuisopname etc.
Hond en bevalling
Laat de hond niet bij
de bevalling aanwezig zijn. Dit niet alleen uit hygiënische
overwegingen, maar ook omdat het "vreemde" gedrag van de
aanstaande ouders een onvoorspelbaar effect op de hond kan
hebben. De hond kan het best op zijn vertrouwde plaats
gehouden worden. Zorg dat hij een flinke wandeling achter de
rug heeft en geef hem wat lekkers. Indien nodig kunt u de hulp
van vrienden inroepen om op de hond te passen.
Hond en baby
Zodra moeder en kind
fit genoeg zijn, kunt u de hond kennis laten maken met de
baby. Laat de moeder eerst binnenkomen, zodat de hond haar kan
begroeten, vader volgt met de nieuwe "roedelgenoot". Vader
neemt rustig plaats met de baby in de armen en de hond krijgt
de gelegenheid om rustig aan het kind te ruiken. Of men de
hond toestaat te likken is afhankelijk van wat men zelf
acceptabel vindt. Reageer echter nooit paniekerig als dit wel
gebeurt. De hond begrijpt daar niets van en zal alleen maar
opgewondener raken. De hond wordt bij goed gedrag rustig,
belonend toegesproken, bij ongewenst gedrag wordt de hond zo
rustig mogelijk weggeleid. Geef de hond geen poepluier, laat
hem ook de nageboorte niet opeten. Dit zijn hardnekkige
fabels, die echter volkomen tegen de natuur van de hond ingaan
Leg de baby niet op de grond om de hond te laten kennismaken.
De baby bevindt zich dan in een kwetsbare positie. Houd de
baby op de veilige (hoge) schoot. Leg de baby ook niet in de
hondenmand; dit is zijn territorium. Dring de baby niet aan de
hond op. Geef hem de kans om aan de nieuwe situatie te wennen
Als uw baby huilt, blijf dan rustig. Als u paniekerig wordt,
zal uw hond in dat gedrag meegaan. De hond kan het huilen van
de baby associëren met iets vervelends en zich daarnaar
gedragen. Duld niet, dat de hond de baby verdedigt. Lach er
ook niet om, want dit ziet hij als een aanmoediging! Als de
deurbel of de telefoon gaat, leg uw baby dan even in de box.
Laat uw baby nooit 'alleen' zonder toezicht met de hond. Hebt
u een kruipende baby, zet dan eerst de hond op een veilige
plaats en haal pas daarna de baby uit de box.
Hond en peuter
Er zullen tussen de
baby en de hond weinig problemen zijn, omdat ze domweg weinig
contact met elkaar hebben. Dat wordt anders als peuters gaan
kruipen en lopen. Bedenk dat honden en mensen een totaal
verschillende "lichaamstaal" spreken. Honden kunnen alleen
maar op een hondse manier reageren, terwijl kleine kinderen
geen flauw benul hebben van dieren, hun reacties en de daaraan
verbonden gevaren. De verantwoordelijkheid voor het samen
kunnen leven van honden en kinderen ligt daarom geheel bij de
volwassenen in het gezin. De hond bezet de laagste plaats in
de rangorde, maar kleine kinderen zijn lichamelijk noch
geestelijk in staat de hond op deze lage rangorde te wijzen.
Kinderen staan slechts hoger in rangorde dankzij de
aanwezigheid van de roedelleiders (=de ouders). De eerste
stapjes van uw kind gaan met vallen en opstaan. Houd uw hond
uit de buurt, want hij kan uit schrik naar het kind gaan
happen. Houd uw kind weg van de etensbak of speeltjes van de
hond. Laat ze ook geen koekjes delen Zorg dat uw hond een
plekje heeft waar hij zich kan terugtrekken, waar de peuter
hem niet 'lastig' kan vallen of hem achterna kan lopen. Laat
kleine kinderen nooit alleen met honden, ook niet voor even!
Honden en
kinderen
De hond moet uiteraard
leren de aanwezigheid van kinderen te accepteren. Dit kan
alleen als men de hond tegen kinderen in bescherming neemt en
daarnaast de hond duidelijk maakt wat wel mag met kinderen en
wat absoluut taboe is. Maar ook de kinderen moeten gelijk
grenzen gesteld worden. Een hond is geen speelgoedbeest, er
mag niet aan gerukt en getrokken worden, er mag niet in
geprikt worden en er mag zeker niet geslagen worden. Ook mag
het kind de hond niet in het rond commanderen en tegen hem
schreeuwen of zijn speelgoed afpakken. U, als ouder, moet het
kind leren nooit naar de hond toe te gaan, zeker niet als de
hond ligt te slapen, of op zijn plaats ligt. Dit verbod geldt
trouwens voor alle honden. De meeste ongelukken gebeuren als
kinderen honden benaderen die daar op dat moment niet van
gediend zijn. De hond moet op zijn beurt leren, dat er niet
tegen kinderen opgesprongen mag worden, dat ze niet omver
gelopen mogen worden en dat er geen speelgoed van de kinderen
afgepakt mag worden. Onder streng toezicht van de ouders
kunnen kinderen in sommige gevallen hond- en kindvriendelijke
spelletjes met de hond doen. Dit alles echter alleen als het
karakter van de hond dit soort dingen toelaat Als kinderen
ouder worden en meer inzicht krijgen in het gedrag van de
hond, kan langzaam begonnen worden het kind een plaats in de
rangorde te bezorgen die hoger is dan die van de hond. Onder
begeleiding van de ouders kan het kind allerlei
rangbevestigende handelingen uitvoeren, zoals lichte
gehoorzaamheidsoefeningen.
Samenvattend
Zorg dat het
leven van de hond zoveel mogelijk het oude vertrouwde patroon
volgt. Geef de hond niet minder aandacht dan dat hij gewend
is, geef hem eerder meer aandacht Alle gedrag wat men
normaliter van de hond niet toestond, is ook nu niet
toegestaan Leer de hond op een rustige manier met kinderen om
te gaan. Leer het kind op een rustige manier met honden om te
gaan Laat kleine kinderen nooit alleen met honden! Hieronder
vindt u nog eens alle tips overzichtelijk op een rijtje. In de
linkerkolom wat u niet moet doen, en daar tegenover ziet u in
de rechterkolom, wat u in plaats daarvan beter wčl kunt doen.
Kind en hond Wat u wel
en wat u niet moet doen:
WAT ABSOLUUT NIET TE
DOEN!!!
*De hond wegsturen als
het kind aandacht krijgt
*Op de hond mopperen
als hij interesse toont in een kind
*De hond pas leren op
zijn plaats (mand, bench) te blijven als het kind al in huis
is
*Het kind naar de hond
toe laten lopen of kruipen, zéker niet als die in zijn mand
ligt
*Het kind zich laten
bemoeien met een hond die aan het eten is, of een speeltje of
kluif heeft
*Kinderen hard laten
schreeuwen en rennen in de buurt van de hond
*Kinderen over de grond
laten kruipen in de buurt van de hond
*Het kind de hond laten
aanstaren (dit vindt een hond bedreigend)
*De kinderen alleen met
de hond de straat op sturen
*Het kind over de nek
van de hond laten hangen
*Het kind de hond
opdrachten laten geven
*Een kind een vreemde
hond laten aaien
*Een kind bang maken
voor honden
*Het kind laten gillen
of wegrennen als er een hond aankomt (hoe harder het gilt of
rent, hoe interessanter een hond het kind zal vinden)
*Het kind met zijn
handjes naar de hond laten slaan, of de handjes in de lucht
laten steken
WAT WEL MAG
*Geef de hond aandacht
of lekkers in het bijzijn van het kind
*De hond verband laten
leggen tussen 'kind' en 'leuk', door hem bijvoorbeeld elke
keer iets lekkers te geven als u gaat voeden of verschonen, of
door hem mee uit te nemen met de kinderwagen
*De hond al tijdens de
zwangerschap een eigen veilige plek geven, en rustig leren
daar op commando naar toe te gaan en te blijven, liefst met
een lekker botje
*De hond naar het kind
toe laten komen om iets leuks te gaan doen
*Het (iets oudere) kind
de hond uit de hand laten voeren, tenzij de hond "voedernijd"
heeft of erg gespannen is tijdens het eten
*Kinderen met de hond
laten spelen door bijv. een zoekspelletje, waarbij het kind
een brokje mag verstoppen, dat de hond moet zoeken. Beiden
vinden het prachtig, voor de hond is het niet bedreigend, en
kind en hond krijgen een betere band
*Het kind leren langs
de hond heen te kijken
*De hond en de kinderen
samen mee uit nemen voor een leuke wandeling
*Het kind leren de hond
rustig over de borst te aaien
*Zorgen voor een leuk
spelletje met kind en hond (zie hierboven)
*Leer uw kind 3 regels
voor het aaien van honden:
Eerst aan je moeder of
vader vragen (en als die er niet is: niet aaien!)
Dan aan de baas van de
hond vragen (en als die er niet is: niet aaien!)
Als je van allebei mag
aaien, moet je het aan de hond vragen: steek voorzichtig je
hand uit en kijk of de hond naar je toekomt. Zo niet, dan
heeft hij er geen zin in en moet je hem met rust laten. Zo ja,
kriebel hem dan rustig onder zijn kin of op zijn borst. Aai
hem niet over zijn kop, de meeste honden vinden dat helemaal
niet leuk
*Leer een kind om te
gaan met honden
*Leer een (bang) kind
rustig stil te staan als er een hond aankomt, en de andere
kant op te kijken
*Leer een kind om de
handjes in de zak of op de rug te houden (de meeste honden
weten uit ervaring dat er in handen vaak iets lekkers zit, en
zullen dus juist daar op afgaan. Bij handjes op de rug zal een
hond er misschien even aan ruiken, maar al snel zijn interesse
verliezen.
Laat kinderen en honden
NOOIT, maar dan ook ABSOLUUT NOOIT met elkaar alleen!!!